laat maar eens liggen wat beweegt
dat dwaas geborrel vanuit de buik
het alsmaar zoeken naar de reden
waarin het leven onderduikt
ga op zoek naar stilste stiltes
waar je de mooiste bloemen ruikt
zoek beneden je verdieping
zodat het jouw zijn hier ontluikt
vier met de luidste schaterlach
het hier en nu van deze dag
Tag: wandelen
Moe
in ruige ruit zit hij op de bank
sokken gepokt en gemazeld
zou hij onderhand wakker zijn
of nog hangen in een waas
Twijfel
alleen in jouw eentje kijk je op
naar de noordenwind
slaat zout om oren van groene woestenij
ongeslagen stap je in
vooruitzicht van straffende takken
tegen open schenen
je trapt vers pad dwars door oude tranen
koude vindt thuis op beslagen ramen
grauwe halmen snikken boven broze duinen
vriendschap slaapt in warme hand
Mis
de wind kwam tegen mij aangelopen
koude vlagen vlogen om mijn oude bast
waar jij tegenaan zou zijn gekropen
toen al het ons nog in vandaag zat
Nat zand
je bracht mij thuis in het oude mijn
door enkel jou met mij te durven zijn
jezelf zo verbrekelijk te tonen
raken waar kou mijn leven leek
wij het samen in ons eigen ruwe,
bij het zuiver, aan de ruigte,
met de huiver van het juiste
bleef later achter in nat zand
Bries
winterkou vliegt dwars door zomerjas
binnen blijft bij je bij voldoende lagen
buiten jaagt je rap terug op luie bank
de wangen droog geblazen
van tegenwindse tranen
Reiger
daar liep ze op ranke poten
statig door de diepe drek
dode muizen dreven boven
verdwenen achter in haar bek
smakkend blikte zij opzij
naar blaffende hond en mij
alsof het haar maar stoorde
wij niet in dit plaatje hoorden
ze liet ons voor wat we waren
speurde modder af naar meer
tot haar honger zou bedaren
het leek ons wel een hele zware
maar ze vrat een molletje dit keer
vol vette modder in haar haren
Luister
doe heel snel
die rare oortjes uit
en zet je echte open
hoor wat er naast je
prachtig fluit
of heel zacht
komt langs gekropen
Begin
ochtenden kunnen zo heerlijk luisteren
jouw hoofd voorzien van frisse bries
met een bui even laten weten dat
je niets dan nietig bent, in haar ogen
Schier
wij kijken samen naar een later
wat zo heerlijk voor het grijpen blijkt
laten zorgen blazen over wijze duinen
we waken voor elkaar – levenslang
dromen spinnen zacht onder tentdoek
dwars door een fonkelende nacht