in mijn oude kamer ruik ik
de dekens waar ik onder beefde
de engste dromen stil beleefde
over wat ik nog niet wist
las ik uren over ruige oorden
getooide hoofden, moordlustig moordden
bloed spatte om nog natte oren
in mijn oude kamer schuil ik
Tag: vroeger
Zucht
luister naar het stoppen van mijn adem
voel het bloed haar stromen staken
ik koester de voorbijgevlogen dagen
zie hoe ze ons zijn hier samen maakten
Heimwee
ik wil wel weer eens kussen
alsof het de eerste keer was
pasgeboren tranen janken
tussen alles wat mij lief is
ik wil wel weer eens vrijen
zonder kennen van het einde
blij alles om mij heen bedanken
en lijden onbekend terrein is
Toen
Weet je nog hoe vroeger rook
de deken waar de tent van was
over stoelen van de eethoek
en niets anders te beleven
dan samen zijn alleen
Of waar je verstopt zat
zodat niemand je kon vinden
behalve moeder dan
die alles altijd zag
Weet je nog waar je speelgoed stond
met je auto die zo soepel reed
hoog stuiterde op perfecte veren
Het deksel van de koek
even sissen voor het sluiten
want dat moest je destijds
voor altijd verse
Spijt
waarom was vroeger er eerst
kwam besef veel te laat
bleef een zuurverdiende les
stoffig achter in de la
waarom komt later pas straks
net na de onverwachte kater
en het proeven van de leegte
uit dit ongewassen glas
Eerst
was alles nog maar tastbaar
niet zo met mist behangen
afgevlakt herinneren
zonder de kleur van nu
was alles nog maar onbedoeld
enkel het heldere verlangen
zinderen tot aan de kruin
die verwondering na een natte kus
Uitkijk
verdronken in fluisterend groen
mijn open blik naar donker water
denk ik terug
aan onze eerste zoen
verschijnt dat vroeger
in dit later
Handvast
zo loop ik naast het kind in mij
hij ziet hoe ik toen zag
knijpt in mijn warme arm
vraagt zachtjes
met mijn lach
waar ik nu weer was
ik dacht elders
ergens anders
aan mij en hem voorbij
hoe het ooit was
ongezien, onbeleefd
alles nog zo mooi verpakt
met slechts ongerepte onschuld
waarin je nog stout dromen mag
Thuis
geboren in een huis van tranen
muren dropen een stil verdriet
hield ik mij als klein kind staande
maar echt opbloeien deed ik niet
ik danste fier door elke kamer
sleet kleine teentjes tot aan bot
keek verlangend door kille ramen
naar dichte deur in droevig slot
groeide stilaan tot mooie dame
brak oude banden vol van pijn
houden van ging niet tezamen
met het verlangen mezelf te zijn
Herinnering
troebel blikt vroeger
blijkt verleden
in alle beelden
stil te beven
kijkt je aan, verstikt
nooit vergeten