weet je nog lief
hoe fijn we zaten aan het later
zo scherp zagen wat wij waren
voor ons telden nog geen jaren
al het nu was al zoveel teveel
je brak open wat lang dicht zat
gaf lucht aan een eindelijk zijn
zette licht op nieuwe dagen
veegde al mijn schaduw op
weet je lief
wat gezegd is, ooit geschreven
neem het rustig nog eens door
het is in houden van gegeven
al koop je daar geluk niet voor
Tag: vriendschap
Lagen
ik heb een taart gebakken
van waar ik uit besta
en deel hem daarna uit
aan wie naast mij staat
de bodem van mijn lach
daarop de dunne laag venijn
die er ook zijn mag
anders krijgen ze mij klein
daarna vruchten in veel kleuren
geplukt binnen en buiten lijnen
met een boodschap om vooral
heel dichtbij mijzelf te blijven
Vlak
hoe veel verkleurde
van het felle
naar het vlakke
al het vage
de laatste dagen
ook alles helder
te verdrijven
met wat was
Zand
een laatste golf trekt traag terug
vergeeft het zand
zijn breken
de buizerd zet de veren op
warmt zichzelf dan wel
en zwijgt
wie vergeeft moet niet bewaren
wil nooit meer weten
wat er leeft, je beweegt
in alle leegte die je draagt
gunt jou je licht
onder eigen ster
zonder je het zijne steeds
te lenen
Hart
laad hem op
en laat hem aan
jouw hart
leef buiten de lijnen
knip ze door
open deuren
sluit niemand uit
geen schamen voor gestuntel
struikel zonder duiken
wees dat mens
wat bestaat
Weggelopen
dikwijls loopt mijn denken weg naar toen
ik was nog niet half de man van vandaag
legde lappen hard over weke delen
tot ik brak in de dag, jij mijn wroeten zag
het geploeter door verlegen, de schroom
te tonen hoeveel leeg er in mij woonde
ik leefde achter de schijn van laffe lach
jij bracht mij boven – zette binnen buiten
liet mij laven aan licht van eigen zijn
Stel
ik vraag mij wel eens af
wat er anders zou zijn geweest
als ook toen anders zou zijn geweest
wie ik dan nu was
en waarheen onderweg
de rust gevonden had ik niet
dat zat destijds al veel te diep in mij
al was het toen anders gelopen
dan nog was ik verloren
Mist
het is het missen soms ineens wat komt
mij omsluit, maar dan met koude armen
hoe je hand op mijn been al zo genoeg is
om te verdwijnen in je ogen vol begrepen
Schemer
hier en nu in het staartje van vandaag
proost ik alleen op alles wat bestaat
prijs de liefde en de vriendschap, het wij
waarin gebreken knuffels krijgen
kwetsbaar schittert in de nacht
Kwijt
mijn lijf en ik lopen lichter
in ons beider krom
hebben geen idee waarom
alsof wij langzaam vergaan
er hingen hele repen vlees
een poos geleden
wij zijn onszelf vergeten
nu we eindig leven