de stad stond al duizend jaar
voor men tijd begon te tellen
dagen tikten vast trager toen
vlogen ze ook voorbij
zonder weten?
was er iets tussen zon op en onder
blokjes niets, telkens weer opnieuw?
nu slepen ouders kroost voort langs
snuisterijen, snoep en vele bakken ijs
ze zien licht niet versmelten met de zee
gapen de nacht aan, dichter bij de dood
Tag: stress
Stop
waar leg ik de lijn, de grens
mijn verste dichterbij
knip ik het touw of vind ik de knoop
tussen houden van en ijle hoop
Weg
tijd spreidt zich voor mij uit
als een tapijt, er is teveel van blijkt
ik ben blij met dit vrij zo het nu lijkt
er ligt zoveel teveel niet te ontwijken
bulten taken prijken boven broos
ik moet niet zeveren en zeiken
zal er morgen eens naar kijken
mijn brein met wandelen verrijken
Uitslapen
onvoldoend verdeelde taken
laten je ongerust ontwaken
nog zoveel onzin af te maken
keer jij onverrichter zaken
in onbeslapen bed
onder ongestreken laken
Hart
hij danst in je maag soms
of slaat zijn boze golven stuk
tegen een broze ribbenkast
en je weet het, wanneer het te laat is
geen tijd meer te doen wat in je hoofd zit
het gevoel van nietig en eindig bestaan
je hart rent verloren rond
in een onbegonnen strijd
tegen het op hol geslagen zijn
of is het de koffie op nuchtere maag
op een zojuist ontwaakte dag
die enkel te laat begon
Op
vanaf het opstaan
viel ik meteen
weer met de neus
in andermans zaken
Oppas
te pas en te onpas
leek de dag ongepast
gevuld met al wat moest
echter achterwege gelaten
na een pas op de plaats
eveneens prima paste
Overvraagd
Van mijn binnenkant uit gezien lijken anderen van buiten op slechts prooidieren soms. Angstig bekijken zij mijn naderende olijke buitenkant alsof ik hele belangrijke taken verstoor waarin zij verstrikt geraakt zitten zoals bijvoorbeeld die e-mail waarop antwoorden noodzaak is of bevinden zij zich net eenzaam en ontevreden in veel te krappe geplande focustijd voor een volgende vergadering online of op anderhalve meter offline over toevoegingen aan de lijst van vooruitgeschoven taken.
Sla ik vervolgens versomberd gade hoe we elkaar lijken te vergeten en te ontwijken in onze jacht naar niets echt wezenlijks belangrijks
Druk
als lange dagen
alle aandacht vragen
onderweg naar de dood
houd ik mij enkel groot
lach ik zilte tranen
laat stilte denken dragen
slik door dit pijnlijk zijn
zo vol met schone schijn
Op de rand
golven slaan
taken woest
over de tafel
schuimbekkend
van ongeduld
vingers jagen
tijd versnelt
versmalt, versmelt
roodoranje braakt
uit overkokend brein
een traan wandelt
stil over je wang
op zoek
naar de nooduitgang