zij ligt hier bloedend voor mijn neus
ik wil vluchten maar heb geen keus
mijn messen zijn zojuist fijn geslepen
dunne pasgeboren vleesrepen rund
begrepen een onontkoombaar lot
dansen nog even door de koekenpan tot
aangebrand, met liefde afgeblust
uren afgekust door kruidengeuren
versmolten, badend in vertraagd applaus