ik ben ooit mijn ik ineens verloren
tussen broeders in verdwenen
door een scheiden uiteengereten
reepjes kind vervlogen in venijn
ik vond één reepje met een regel
en die woorden heelden wonden
stapelden lagen van vertrouwen
tussen het uitgestelde mij
ik ben nu haast geheel begrepen
zweef mee in volle frisse vlagen
zwerf over ongekende paden
leef dagen – zoals ik wilde zijn
Tag: kind
Toen
tussen moeder en vader in verloren
vind ik mijn kind zijn
gebroken terug
word ik plots bijna opnieuw geboren
in een harnas van twijfel
verweer ik mij vlug
de wereld lijkt kouder
zo zonder mijn ouders
die mij op hun schouders
dit leven door sjouwden
mijn verdriet blijkt verscholen
een warm thuis mij bestolen
mijn hart blijft enkel dolen
op zoek naar een troosten
Jong
zo dapper stap jij je passen door de dag
verwachtingsvol wat hij jou brengen mag
laat je leiden door jezelf te blijven
en het leven bloeit
alleen wolken overdrijven
Ik
zoals je naar mij kijkt
schitterend in al jouw zijn
en hoe jij op mij lijkt
Dochter
goedlachs beleef jij de dagen
zie ik jou rode konen dragen
bij wat er op het pad verschijnt
van kleins af aan was jij een boef
een lachebek, kletskous, nimmer droef
iets wat zichtbaar nooit verdwijnt
ik zal voor altijd naast je staan
zoals ik immer heb gedaan
mij heb je tot mijn laatste dag
blijf jij de kleine eigenwijs
op je eigen mooie reis
die je nog beleven mag
vier je leven elk moment
zo puur als je nu bent
met je wonderschone lach
Afzien?
vroeger liep het water
op zaterdagochtend
je al in de mond
want was er pas laat
laat in de avond chips
dat was afzien
Kamer
in mijn oude kamer ruik ik
de dekens waar ik onder beefde
de engste dromen stil beleefde
over wat ik nog niet wist
las ik uren over ruige oorden
getooide hoofden, moordlustig moordden
bloed spatte om nog natte oren
in mijn oude kamer schuil ik
Knoop
ik telde knopen
van mijn jas
toen ik je lopen zag
kroop aarzelen
waar handelen
het plan was
dit jochie
ooit zo mans
keerde om
Toen
Weet je nog hoe vroeger rook
de deken waar de tent van was
over stoelen van de eethoek
en niets anders te beleven
dan samen zijn alleen
Of waar je verstopt zat
zodat niemand je kon vinden
behalve moeder dan
die alles altijd zag
Weet je nog waar je speelgoed stond
met je auto die zo soepel reed
hoog stuiterde op perfecte veren
Het deksel van de koek
even sissen voor het sluiten
want dat moest je destijds
voor altijd verse
Volwassen
op sterven na groot
deels nog ongeboren
dodelijk nieuwsgierig
redeloos verloren