je glipt door de vingers van mijn hart
zoals je telkens naar de ander lacht
mijn woorden blijven ongehoord
ooit in stilte luid geschreven
Tag: jij
Foto
had ik hier maar een foto van
dat moment op onze eerste date
en ik even achter in jouw ogen keek
zweeg alsof ik vergat waar het was
zag dat dit wij nooit op zou drogen
Weifelen
ik kan maar lastig zo door merk ik
alsof de zon morgen er zomaar weer is
en we wel zien hoe het ooit eens komt
of wat er is er überhaupt ook wel is
nochtans al het wij er zal blijken te zijn
en er tot het laatste later ook zal blijven
het ongewisse suddert in wat weet
ik kan lastig nog lang zo door merk ik
omdat ik jou toch nooit vergeet
Kijken
ik volg de mooie lijnen van je lijf
verstijf in de angst of dit wel blijft
je grijpt het lijden, verleidt de pijn
verlegen drijft mijn woest ontbranden
Altijd jij
tot ik jou daar in je ogen keek
was alles vlak, wat ik ook zag
de diepte mij gewoon ontbrak
bestond ik wel, maar op de tast
zocht ik een pad wat er niet was
tot plots mijn alles wakker was
Altijd wij
jouw fijn verlicht waar donker zit
komt naast mij liggen als ik schuil
kroelt door veel te grijze haren
voelt waar oude krassen zaten
luistert hoe zorgen zacht bedaren
kent van mijn bloeden tot aan vuil
je lippen dichten open wonden
en vingers grijpen door mijn oude vel
neem mijn brakke heel in zijn verval
Drek
zompig zogen zolen tussen het fractaal vermogen van het alles om ons heen
in mij sprong het broedseizoen dartel van het hier en nu naar het jou naast mij
wij bestonden gansdicht, lip aan lip, sloegen de afstand stuk als een oranjetip
onze vlinders konden overweg met afstand die niet bestond
sluis je mooi, je liefs, je zijn maar door
Muze
het schreeuwt dwars door mij heen
de afstand, het gemis, het ver blijven
en het jou zo voelen dat het scheurt
daarbinnen waar het samen klopt
het nooit anders zal zijn dan waar
naast het waarachtig dan
Ochtend
de ochtend was er al vannacht
nu aangevuld met fluiten in het licht
gaat denken over naar enkel zacht
zucht prille zon over ons gezicht
Vlam
onder mijn huid gekropen
zette zij mij in haar licht
een vlam sloeg door de dag
ligt hier vast in dit gedicht