Weifelen

ik kan maar lastig zo door merk ik
alsof de zon morgen er zomaar weer is
en we wel zien hoe het ooit eens komt

of wat er is er überhaupt ook wel is
nochtans al het wij er zal blijken te zijn
en er tot het laatste later ook zal blijven

het ongewisse suddert in wat weet
ik kan lastig nog lang zo door merk ik
omdat ik jou toch nooit vergeet

Altijd wij

jouw fijn verlicht waar donker zit
komt naast mij liggen als ik schuil
kroelt door veel te grijze haren

voelt waar oude krassen zaten
luistert hoe zorgen zacht bedaren
kent van mijn bloeden tot aan vuil

je lippen dichten open wonden
en vingers grijpen door mijn oude vel
neem mijn brakke heel in zijn verval

Drek

zompig zogen zolen tussen het fractaal vermogen van het alles om ons heen
in mij sprong het broedseizoen dartel van het hier en nu naar het jou naast mij
wij bestonden gansdicht, lip aan lip, sloegen de afstand stuk als een oranjetip
onze vlinders konden overweg met afstand die niet bestond
sluis je mooi, je liefs, je zijn maar door

error: De inhoud is beschermd !!