ik probeer wel eens uit te leggen wat ik voelde
toen het vloeide van je vingers
door mijn vingers – en ik totaal de jouwe werd
je op een bankje in mijn hart ging zitten
om te kijken wie daar woonde, wie ik was
je daar zonder spreken al mijn alles las
alsof je met mij dacht en samen zocht
naar verklaren van de vragen
die mijn gebroken blik verraden, mijn schuilen
onder ogenschijnlijk onbezonnen schaterlach
een stuk van mij bleef met jou, bij je achter
Roeka wist het treffendst te verwoorden
het voelde warm als een in elkaar geboren
tot aan samen sterven, voorbij verloren