met onuitgesproken zinnen kabbelen
gedachten tegen randen van het brein
ze zijn te vlak en laf om op te schrijven
want gaan altijd altijd over jou met mij
ze blijven drijven op dit lege later
jij zult ze niet meer krijgen – jij bent af
je wilde al nooit weten wat ik dacht
het ging altijd altijd over jou, geen mij
ik zal je zwijgen en hard voelen dat je blijft
wil niet begrijpen waarom het jij niet slijt
jij mij liever alvast laat sterven in je hoofd
geloof dat ik wel altijd heb geloofd in wij
