je staat op de rand van de stoep
alsof je hangt aan een klif
je weet niet of overgave
naar voren of achteren beweegt
je draagt een koffer in je hand
houd je daar aan vast
en wiebelt wat op je benen
het is geen twijfel maar een teken
van de ander die in je zit
iemand die in je lijf verblijft
een reserveleven maakt
voor als het eerste faalt