het is niet dat het anders was
dan al zo vaak gezien, die frisse wind
onder een felle zon, zo’n dag vol buiten
ik, daarentegen, herkende mij in niets
was het kwijt, alsof ik sliep, verdwaald
mijzelf niet goed meer wist
een natte herfst vlak voor grauwe zomer
met een grasland zonder groen
en één boterbloem, alleen
je rook genoeg, maar zonder te voelen
ik zal toch ooit weer eens – misschien