mensen zijn voor mij gelijk, allemaal
ze krijgen mijn lach en mijn hand
ik luister naar wat ze drijft, wil ze weten
bij mij binnenlaten en blijven daarentegen
dat is niet zomaar een ieder gegeven
het is daar koud soms, kan stevig waaien
er wonen apen en beren, zwermen kraaien
je kunt er dansen, zingen en blijven slapen
of heerlijk eten, ik zal alles voor je maken
mijn zacht zien is wat ik terug zal vragen
wie enkel halen komt, alleen onrust stookt
op modderige poten in mijn binnen loopt
mijn geven neemt en kwetsbaar stroopt
dan volmaakt voldaan vertrekt heel vlug
wens ik alle goeds, maar ziet mij niet terug