wie weet, ooit, vergeet je wat ik deed
je doorknippen alsof je ballast bleek
met jou zacht nog slapend in de haven
waar jij je veilig waande binnen wat er lag
we woonden tussen de wanden van je hart
tot aan die kille klap, mijn trap, dit stil
ik brak je los, schopte je vrij, van mij af
we waren enkel de teugels van elkaar
het leken even vleugels tot aan daar
neem deze stilte daarom van mij aan
hij zal je alles geven wat je zocht