het zal smelten met de zee, dit alleen
ik heb het nodig, er past geen anders bij
zoveel genoeg van wij – soms, vaak, nu
het blijft alsmaar grazen van mijn geven
onrust, onbegrepen, niet echt willen weten
eenvoudig vragen hoe het mij vergaat
soms, af en toe, een hand in de mijne
je grijpt er steeds maar weer naast
strooit samen tussen deze stenen kust
waar het stil vergaat tot onbeschreven