vaak dacht ik aan onze reis langs de kust
we zwegen tevreden en luisterden gedwee
elkaars favoriete liedjes en of teksten
beide telden mee
stoppen deden we alleen om te tanken
te plassen of te eten tot we samen lagen
want daar pasten we zo fijn – in elkaar
ik was al wakker vaak om op mijn zij
naar je te staren op versgebakken dag
je keek zo klein en blij in je vrije dromen
meestal kon ik het niet laten je te strelen
die korte haren in je nek of bij je oor
het leek even schrikken voor je eerst
maar al snel ook wist je waar je was
je glimlach had ik beter moeten bewaren
we regen dagen aan nachten aan dagen
er was geen andere tijd dan hier, nu, jij
ik had beter moeten weten, stelde je uit
en bleef hangen aan had ik maar, toen
wie zouden wij dan nu zijn geweest