Adem

je ademde hem aan – de berg
in al zijn ongerept rekte jij je luid
gaf je over en vlak voor het gaan
bracht hij antwoord in een lach
de kracht die je voelt, soms mist
is daar en hier, waar jij ook gaat
omdat jij hem al in je draagt

Antwoord

zal het er zijn wanneer ogen kruisen?
straks, bij verkennen na zo lang geleden
smeulend, ontvlammend bij weer weten
slijt liefde of leeft het verder, geborgen?

hoe bewaar je iets wat licht vraagt?
zonder te vergeven aan de wind
de kilte van de nacht, het alleen
dek je het af met klamme dekens?

rustend tot hernieuwd ontwaken
als oud graan in los zand
bij de eerste rake traan, of
ben je vergeten wat het was?

Uitgeteld

ik stap eruit
dat oeverloos gezever
zwaarmoedig dragen van de dagen
de zon zien in zijn ondergaan alleen
weten dat dit alles eindig blijkt
de kracht voelen verdwijnen
willen zonder dat te kunnen
niets doen omdat het altijd tegenvalt
ouder worden, vrienden zien breken
met angst in de ogen, opgelapt voor even
niet vol willen kiezen voor de ware liefde
omdat er niets past op mij alleen
ik nooit zal rusten tot ik voelen zal
het echt, het diepe, waar tranen komen
echte dan

Blik

het laat zich met niets vergelijken
en ik kan het nergens kopen
en ik zou dit ook niet willen
zelfs als dat wel zo was

het is de tintel van het weten
langs mijn wang, naar mijn buik
wanneer ik zie hoe je verblijdt
het net iets lichter in je ogen lijkt

als je in stilte even naar mij kijkt

error: De inhoud is beschermd !!