kon ik je maar bewaren in mijn broekzak
strelen met mijn duim als dat steentje
ooit gevonden in een ver naast een voorbij
ik zou je heel mijn altijd bij mij dragen
om te voelen hoe je eerst nog koud was
je dan zien schitteren bij het eerste licht
al mijn dromen tegen je aanpraten, omdat
jij mijn dwaze denken alvast horen kon
