af en toe, tussen al je doen, jouw druk
een glimlach, denk je eens even terug
bij de laatste drup, een stille traan
van het blad op snerpend schelpenpad
het eerste licht wat opspat op nat gras
snel wat gegeten in het voorjaar op een kleedje
de geur straks weer van fluitenkruid
hoe iemand dat toch niet kan weten
of zand wat knarst tussen de tenen
op weg naar waar het zo lekker zat
aan het weidse water aan de tafel
schuim aan je lip van wat je dronk